Welke nauwkeurigheid kan ik halen?

Wanneer we spreken over ‘Nauwkeurigheid’ moeten we een onderscheid maken tussen ‘absolute nauwkeurigheid’ en ‘relatieve nauwkeurigheid’.
Absolute nauwkeurigheid is de fout op de coördinaten van een punt in de orthofoto ten opzichte van die op een kaart, of gemeten door een landmeter.
Relatieve nauwkeurigheid is de fout die je meet op een afstand tussen 2 punten in de orthofoto. Dit heeft impact op oppervlaktes, lengtes en hoeken die je meet in de orthofoto.

Ben je vooral geïnteresseerd in oppervlaktes (vb. van verhardingen of voor nieuwe gazon) en afstanden ten opzichte van een woning, dan kan je een DJI MINI 2 gebruiken. De relatieve nauwkeurigheid van het resultaat is in de grootteorde van een centimeter.  De absolute nauwkeurigheid kan enkele meters zijn, omdat de MINI2 geen nauwkeurige GPS aan boord heeft. Je kan bijvoorbeeld de boorden van een 60×60 tegel exact nameten, maar de coördinaten ervan zullen wat afwijken van hetgeen vb. een landmeter meet.

Ook voor het opmeten van daken en het ruwweg bepalen van het volume van een hoop grond is de relatieve nauwkeurigheid van een MINI2 genoeg.

Wil je ook een absolute nauwkeurigheid van het resultaat ?  Dan is het aangewezen een Phantom4 RTK te gebruiken, al dan niet met controlepunten.  Met enkel de Phantom4 RTK ligt de te verwachte absolute nauwkeurigheid onder de 5cm.  Gecombineerd met 2-3 grond controlepunten kan je 1-3cm halen.